40 dagen dank dag 36
Waar U komt, geeft U het dorstige land regen. Uw rivier is vol water.
U laat het graan groeien en geeft rijke oogsten. 11 U geeft de omgeploegde grond water, U maakt de harde kluiten nat. U maakt de grond zacht met regen. U laat de planten groeien. 12 U geeft elk jaar een rijke oogst. Overal waar U komt, is er overvloed. ...